- enlever
- enlever [ãlvee]I 〈overgankelijk werkwoord〉1 wegnemen ⇒ weghalen, verwijderen2 uittrekken ⇒ uitdoen, afzetten3 (met zich) meenemen ⇒ ophalen4 wegnemen ⇒ ontnemen5 ontvoeren ⇒ schaken6 innemen ⇒ zich meester maken van7 〈een paard〉in galop zetten8 in verrukking brengen ⇒ meeslepen9 optillen♦voorbeelden:1 〈formeel〉 la mort nous l'a enlevé • de dood heeft hem van ons weggeruktcela m'enlève un poids de la conscience • dat is een pak van mijn hart4 enlever tout espoir • iedere hoop ontnemen6 enlever une course • een wedloop winnenenlever la victoire • de overwinning behalen¶ enlever un morceau de musique • een muziekstuk op meesterlijke wijze uitvoerenII s'enlever 〈wederkerend werkwoord〉1 verdwijnen (als sneeuw voor de zon) 〈van vlek〉→ pain1. v1) wegnemen2) uittrekken, uitdoen3) ophalen4) wegnemen5) ontvoeren6) zich meester maken (van)7) in galop zetten8) in verrukking brengen9) optillen2. s'enlevervverdwijnen [vlek]
Dictionnaire français-néerlandais. 2013.